Altijd zal een schip -waar ook ter wereld- behoefte hebben aan een verbinding met de wal, wanneer het in een haven aankomt. Voor de bemanning is het ondoenlijk haar schip zelf te afmeren en ontmeren aan de kade of op de boeien. Men kent zijn schip maar niet de plaatselijke omstandigheden. Daarom zijn er sinds mensenheugenis overal ter wereld bootmannen, ook wel 'vletterlieden' genaamd.
De komst van het Noordzeekanaal in 1876 was het begin van de vletterlieden in de regio IJmond. In de regio waren er vier vletterliedenverenigingen actief te weten: de Visploeg, de Gouden ploeg (die werkte voornamelijk voor de stoomvaartmaatschappij Nederland en werden goed beloont vandaar de naam.) Vriesploeg (die werkte voor de knsm) en de Koperen Ploeg (die de kleinere klussen kregen in Amsterdam) De crisis was de oorzaak van een moordende concurrentie en in 1926 werd besloten om zich beter te organiseren en het oprichten van de Koperen Ploeg was een feit. Sociaal-maatschappelijk gezien was de oprichting van de Koperen Ploeg, met statuten en huishoudelijke reglementen in 1926 een belangrijke gebeurtenis. De werkgemeenschap van vletterlieden die onder de KP al bekend was, kreeg een fundament, werd een coöperatieve vereniging en was meer aanspreekbaar voor haven- en gemeentelijke autoriteiten.
Een paar jaar later in 1931 kwamen er nog meer ongeorganiseerde bootlieden bij de Koperen Ploeg. De werkzaamheden toentertijd bestonden niet alleen uit het afmeren en ontmeren van de zeeschepen, er werd ook gestuurd op de zeeschepen.
Het passeren van de toenmalig Hembrug was een waar obstakel waarbij het om centimeter werk ging. In 1965 werd er in overleg met de gemeente en de scheepvaartvereniging Noord een einde gemaakt aan de combinatie vletterman-roerganger. Tot 1965 is er nog geroeid en de oude roeivletten werden verkocht aan Texel.
Het was ook in 1965 dat de Koperen Ploeg werd gevestigd op Steiger 8, na 10 jaar werd de locatie het Westerhoofd in de Coenhaven. Sinds 19 juni 1998 bevinden wij ons aan de Capriweg in de Westhaven.